Nederlands Voor Zelfstudie
March 10, 2023 | Author: Anonymous | Category: N/A
Short Description
Download Nederlands Voor Zelfstudie...
Description
Nederlands voor zelfstudie
Prisma Taaltraining
Nederlands
voor zelfstudie
Originele uitgave: Dutch for Self-study, auteurs: drs. H.H. van Kampen en drs. R.J.T. Stumpel, afd. Nederlands Tweede Taal, Faculteit der Letteren van de Vrije Universiteit Amsterdam Bewerking: Willy Hemelrijk, met adviezen van Afdeling Nederlands Tweede taal, Faculteit der Letteren van de Vrije Universiteit Amsterdam Geluidsproductie en -regie: - regie: N.A. Rademaker Rademaker,, NRM Produkties B.V B.V.; .; Studio Van Schuppen Digital Audio Recording, Veenendaal; Ivo van Groningen, RCS, Zevenhoven Stemmen: Paula Majoor, Maria Lindes, Donald de Marcas, Reinier Heydemann, Eline de Jong Ontwerp en opmaak: Jaap Lunenburg (www.blauwzuur.nl) Illustraties: Monica Knaapen (www.moonillustraties.nl) ISBN 978 90 00 30601 5 NUR 630 © Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv., Houten - Antwerpen © Willy Hemelrijk Eerste druk 2012
www.prisma.nl www.prismawoordenboeken.be www.unieboekspectrum.nl
Prisma maakt deel uit van Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv. Postbus 97 3990 DB Houten
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet 1912, juncto het Besluit Be sluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd gew ijzigd bij het Besluit Bes luit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB, Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken dient men zich tot de uitgever te wenden. Ondanks de aan de samenstelling van de tekst bestede zorg kan noch de redactie noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
4
Nederlands voor zelfstudie
I N H O U D
INHOUD Download Inleiding
6 8
Les 1
Hoe gaat het met je? Een feestje Drie jaar geleden Tellen
Les 10
In de winkel Een trui kopen In de boekw boekwinkel inkel
150 154 159
9 12 16 20
Les 11
24 28 30 34
Les 12
Op het politie politiebureau bureau Is er een bank in de buurt? Op het postkantoor
167 171 174
Les 2
Mailen en bellen Letters en klanken Naar huis Een formulier Les 3
Welke tram? Op het centraal station Nog een vraag De tijd
38 42 45 50
Benzine tanken Mijn auto doet het niet Dat mag niet U mag hier niet parkeren Roken verboden
180 182 185 186 188
Les 13
Een baby Mijn baas gaat weg Twee kaarten
193 197 200
Les 4
In de trein Met de fiets Een fiets huren
55 60 68
Les 14
74 78 84
Les 15
De bruiloft De buurvrouw Lange Nederlande Nederlanders rs
206 210 215
Les 5
In het café In de supermarkt Op de borrel Les 6
In de keuken In een restaurant Aan tafel
92 96 101
Les 7
Een concert Een quiz Televisie kijken
108 113 116
Het lichaam Ziek Verkouden Het recept
221 223 226 229
Les 16
In het park Inpakken Au! Langzaam slank Maanden en seizoenen
235 239 243 244 248
Les 17 Les 8
Wat doe jij aan? Een intervi interview ew Naar de bioscoop
123 127 130
Een nieuw huis Een huisje huren Wat is het hier mooi!
252 257 261
Les 18 Les 9
Op de markt In het warenhuis Geld
138 142 146
Wat een weer! Naar het strand Verslag van een gesprek
267 270 274
5
Grammatica
280
Landenlijst
310
Onregelmatige werkwoorden
294
Antwoorden
311
Woordenlijst
297
Lijst mp3’s
324
DOWNLOAD Download gratis extra leermateriaal in het Chinees, Italiaans, Pools, Portugees en Russisch op www.prisma.nl
您会得到以下的翻译: • 引言 • *单词 *(指示) • 单词表 A-Z
Dit is een cursus Nederlands voor beginners. Het is een zelfstudieboek: u kunt zelf Nederlands leren zonder de hulp van een docent. U kunt gratis extra leermateriaal downloaden om snel te kunnen beginnen.
•
U krijgt de vertaling van: • • • •
de inleiding de *woorden* (instructi (instructie) e) de woordenlijst A-Z de gesprekken uit les 1, 2 en 3
U krijgt ook: •
de mp3’s met dialogen en oefeningen oefeningen,, in twee
mappen Deze heeft u nodig voor uw studie. Ga naar www.prisma.nl www.prisma.nl.. Klik op Thuis - Downloads. Klik op: ‘Download hier het extra leermateriaal bij
第1,2 和3课的谈话 您也得到: • Mp3的对话 的对话和练习, 和练习,在两个文件夹 在两个文件夹里 里 为了您的学习而必须要的. 请参观www.prisma.nl. 请单 请单击 击Thuis - Downloads. 请用您的语言单击: `Download hier het extra
leermateriaal bij Nederlands voor zelfstudie’, 这是个zip文件. 请存在您的电脑以及使用TUGzip程序来打 开文件 开文 件.
Download
Scarica gratis unità di apprendimento extra in italiano su www.prisma.nl www.prisma.nl.. Questo è un corso di olandese per principianti. È un libro per autodidatti: puoi imparare l’olandese senza l’aiuto di un docente. Puoi scaricare gratis unità di
apprendimento extra per cominciare velocemente.
Nederlands voor zelfstudie’, in uw taal.
Dit is een zipbestand. Sla het op op uw computer en gebruik een programma als TUGzip om de bestanden uit te pakken. 下载 请在www.prisma.nl 免费下载额外(中文/意大 中文/意大利语/波兰 利语/波兰 语/葡萄牙语/俄罗 语/葡 萄牙语/俄罗斯语) 斯语)的学习材料 这是个荷兰文入门课 这是个荷兰 文入门课程。 程。这是一本自学进修 这是一本自学进修书。 书。您可以不经 过老师的帮助, 过老 师的帮助,自己学习荷兰文。您能免 您能免费下载 费下载额外 额外的学习 的学习 材料来迅速地开始。
6
Nederlands voor zelfstudie
Avrai la traduzione di: • • • •
l’introduzione le *parole* (istruzione) il vocabolario A-Z i dialoghi delle unità 1, 2 e 3
Inoltre avrai: •
Gli mp3 con dialoghi e eserciz esercizi, i, in due cartelle cartellette tte
elettroniche. Avrai bisogno di questo per lo studio.
Vai a www.prisma.nl www.prisma.nl.. Clicca su Thuis - Downloads. Clicca su: `Download hier het extra leermateriaal bij Nederlands voor zelfstudie’ (Scarica qui materiale
di apprendimento extra per “Olandese per Autodidatti”), nella tua lingua. Questo è un documento zip. Salvalo sul tuo computer e usa un programma come TUGzip per decomprimere il documento. Załadowanie
Pobierz bezpłatnie dodatkowe materiały do nauki w wersji polskiej z www.prisma. www.prisma.nl. nl. Niniejszy kurs niderlandzkiego jest przeznaczony dla początkujących. Jest to książka do nauki własnej: możesz nauczyć się niderlandzkiego bez pomocy nauczyciela. By szybko rozpocząć naukę możesz bezpłatnie pobrać z sieci dodatkowe materiały. Otrzymasz przetłumaczone: • • • •
wprowadzenia słówka *woorden* (instrukcje) słownik A-Z konwersacje 1, 2 i 3
Ponadto otrzymasz: •
plik mp3’s z dialogami i ćwic ćwiczeniami zeniami w dwóch
folderach Będą one potrzebne do nauki własnej. Idż do www.prisma.nl www.prisma.nl.. Kliknij na Thuis - Downloads. Kliknij na : `Download hier het extra leermateriaal bij Nederlands voor zelfstudie’, w twoim języku.
Jest to plik w formacie zip. Zachowaj go na swoim komputerze i zastosuj program taki jak np. TUGzip by go otworzyć i rozpakować zawartość. Download
Download gratuito de materiais extras de aprendizagem em português no website www.prisma.nl www.prisma.nl..
D O W N L O A D / I N L E I D I N G
Você recebe a tradução do seguinte: • • • •
a introdução as *palavras* (instrução) as listas de vocabulár vocabulário io de A a Z os diálogos das lições 1, 2 e 3
Você também recebe: •
os mp3s com diálogos e exercíc exercícios, ios, em duas
pastas Você vai precisar deles para estudar o livro. Acesse www.prisma.nl www.prisma.nl.. Clique em Home - Downloads. Clique em: “Faça o download do material de aprendizagem adicional de Holandês sem Professor, em português. Este é um arquivo zip. Salve-o em seu computador e use um programa como TUGZip para extrair os arquivos. Загрузки Загрузите бесплатно дополнительные учебные материалы на русском языке на сайте www.prisma.nl www.prisma.nl..
Настоящий курс нидерландского языка предназначен для начинающих. Это учебник для самостоятельного изучения: Вы можете самостоятельно изучать нидерландский язык без помощи преподавателя. Вы можете бесплатно загрузить дополнительные учебные материалы, чтобы быстрее начать изучение языка. Вы получите в переводе на русский: • введения • приложения *woorden* (инструкцию) • список слов A-Z • разговоры из уроков 1, 2 и 3 Вы также получите: • Файлы mp3 с диалогами и упражнениями, в двух папках. Они понадобятся Вам для учебы. Перейдите на www.prisma.nl www.prisma.nl.. Кликните Thuis -
Este é um curso holandês para iniciantes. É um livro para se estudar sozinho: você pode aprender holandês sem professor. Você pode baixar gratuitamente materiais adicionais de aprendizagem para poder começar rápido.
Downloads. Кликните: ‘Загрузите отсюда дополнительные учебные материалы для самостоятельного изучения нидерландского языка’, на Вашем языке. Файлы загружаются в архивах zip. Сохраните их на Вашем компьютере и используйте , как , например , TUGzip такие программы для распаковки архива.
7
INLEIDING Dit is een cursus Nederlands voor beginners. Het is een zelfstudieboek: u kunt zelf Nederlands leren zonder de hulp van een docent. U kunt gratis extra leermateriaal downloaden om snel te kunnen beginnen. IN • • • • • • • • •
HET BOEK: 18 lessen 9 thema’s 1000 belangrijke woorden dialogen woordenlijsten oefeningen toetsen grammatica antwoorden van de oefeningen achterin het boek
•
ten slotte zonder boek, alleen nog luisteren naar de mp3’s en elke zin opschrijven (gebruik opschrijven (gebruik
weer de pauzeknop) • daarna uw zinnen corrigeren corrigeren met met het boek erbij. 2
Taalfuncties
3
Woordenlijst
Hoe zeg je dat in het Nederlands? Leer de taalfuncties goed.
Alle nieuwe woorden uit de dialoog + • • •
de/het meervoud onregelmatige onregelmat ige werkwoordsvorm werkwoordsvormen. en.
4
Ja of nee?
Vragen over de dialoog. OP DE MPS:
Luister naar de mp3’s en beantwoord de vragen.
dialogen en oefeningen over alledaagse situaties, bijvoorbeeld:
Gaat het niet direct goed, luister dan nog een keer, en nog een keer en ….
• • • •
een uitnodiging aannemen vragen hoeveel iets kost excuses maken bedanken.
STRUCTUUR VAN DE LESSEN:
1 2 3 4 5 6 7
dialoog of tekst taalfuncties woordenlijst vragen over de dialoog oefeningen grammatica oefeningen
Deze structuur komt in elke les ongeveer drie keer voor. Aan het einde van elke les vindt u een toets met herhalingen. 1 Dialoog of tekst Lees de dialoog (boek) en luister ook naar de mp3’s.
U kunt bijvoorbeeld • • •
eerst de dialoog lezen dan alle woorden opzoeken en vertalen daarna naar de mp3’s luisteren luisteren en en meelezen meelezen in in
het boek •
8
dan zelf elke zin uit zin uit de dialoog hardop voorlezen voorlezen (gebruik daarbij de pauzeknop)
Nederlands voor zelfstudie
5
Grammatica
De grammatica staat achterin het boek. In de les vindt u telkens een verwijzing naar de grammatica. Lees de regels en de voorbeelden en probeer de structuur te begrijpen. 7
Oefeningen
Nu gaat u de nieuwe kennis gebruiken. U oefent • • • • •
de taalfuncties de nieuwe woorden lezen en luisteren uitspraak grammatica
L E S
LES 1
1 (map1) (map1) Hoe gaat het met je?
Hans Visser zijn vrouw: Hanneke zijn moeder: Mevrouw Visser een vriend: Michel Lecomte
1.1
*Woorden* *Woorden *
*Vertaal*
zijn vrouw
zijn moeder mevrouw een vriend Hans Visser Michel Lecomte Hans Visser Michel Lecomte Hans Visser Michel Lecomte Hanneke Stroop Hans Visser Mevrouw Visser Michel Lecomte Hans Visser Mevrouw Visser Michel Lecomte
Hé, dat is Michel! Hallo Michel! Hans! Wat leuk. Hoe gaat het met je? Goed! En met jou? Ook goed. Mag ik je even voorstelle voorstellen? n? Dit is Hanneke, mijn vrouw. Michel. Hanneke. En dit is mijn moeder. Mevrouw Visser. Hoe maakt u het? Goed, dank u. Leuk je te zien, Michel. Ga je mee wat drinken? Ik ga nu naar huis. Veel plezier en tot ziens. Dag mevrouw.
Hans / Hanneke
Dag moeder.
9
2
Woorden
dat is wat leuk leuk! Hoe gaat het met je? met je goed en En met jou? ook mag ik even voorstellen mijn vrouw dit mijn moeder mevrouw meneer Hoe maakt u het? goed dank u leuk je te zien zien ga je mee wat drinken ik ga nu naar huis huis veel plezier tot ziens dag
10
Nederlands voor zelfstudie
Vertaal
3
L E S
Goedemorgen
(6.00 – 12.00) (12.00 – 18.00) (18.00 – 24.00)
Goedemorgen Goedemiddag Goedenavond Dag Hallo
Goedemorgen Goedemorge n Hans.
Dag Michel.
Goedemiddag meneer De Vries. Goedenavond. Dag meneer De Vries. Hallo Michel.
Dag mevrouw Visser. Dag meneer. Goedemorgen Goedemorge n Michel. Dag Hans.
4
Naam: Voornaam + achternaam
voornaam achternaam
Voornaam: Achternaam:
Michel, Hans, Hanneke De Vries, Visser.
Meneer de Vries, mevrouw Visser. – Hallo Michel. – Dag mevrouw.
5
Ik ga nu naar huis.
Dag Tot ziens Tot morgen
6
Vertaal
Wat leuk! Hoe gaat het met je? Dit is Hanneke, mijn vrouw. En dit is mijn moeder. Hoe maakt u het? Ga je mee wat drinken? Ik ga nu naar huis. Veel plezier.
11
7
1
Ja of nee? Lees de vragen en luister luister..
j a _____ ja
1 Is Hanneke de vrouw van Hans Visser? _____
2 Gaat het goed met Michel Lecomte? __________ 3 Gaat de moeder van Hans ook wat drinken? __________
7.1
Woorden
Vertaal
ja of nee van
8
7
Een feestje
Johan Meneer Dikkers
Hoe gaat het met u, meneer Dikkers? Uitstekend, en met jou, Johan?
Mevrouw Baas Kees
Goedenavond Kees, hoe is het? Goed, en met jou?
Teun Mevrouw Kortrijk
Dag mevrouw Kortrijk Kortrijk,, hoe maakt u het? Prima, Teun, en hoe is het met jou?
Victor Eva
Victor. Eva.
9
Hoe gaat het?
Hoe gaat het met je? Hoe is het met je? Hoe gaat het met jou? Hoe is het met jou?
Goed. Goed, dank je. Prima, en met jou? Prima.
Hoe gaat het met u? Hoe is het met u? Hoe maakt u het?
Goed, dank u. Prima, en u? Uitstekend.
Hoe gaat het ermee? Hoe is het ermee?
Prima. Goed, dank je.
-
10
Hoe gaat het met u, meneer Dikkers? Uitstekend, en met jou, Johan?
Naam
Voornaam + achternaam:
– Hanneke Stroop. – Michel Lecomte.
12
Nederlands voor zelfstudie
L E S
Voornaam:
– Victor. – Eva. (Meneer) + achternaam Mevrouw + achternaam
– Dikkers. – Mevrouw Visser.
11
Voorstellen
Mag ik u even voorstellen? Dit is ....
– Mag ik je even voorstelle voorstellen? n? Dit is Hanneke, mijn vrouw. – Michel. Dit is ...
– En dit is mijn moeder. – Mevrouw Visser. Hoe maakt u het?
12
Woorden
Vertaal
een een feestje u uitstekend Hoe is het? prima
13 Teun
2
Hoe maakt u het? - *Vul in. in.* *
Meneer Dikkers Dikkers Eva
1 Johan en ___
meneer Dikkers ___ .
______ ____ __________ ____________ ____ . 2 Mevrouw Kortrijk en ____ _________ __________ ____________ ____. 3 Victor en _____
14
*Geef antwoord. antwoord.* * - Vul in.
Goed, en u?
Liesbeth.
Goed, en met u?
1 Dit is Henk, mijn man. __
Karel Smit.
Goed, en met jou?
____________ Karel Smit
______ ____ __________ ____________ ____ 2 Hoe maakt u het? ____ _________ __________ ____________ ____ 3 Hoe gaat het met je? _____ ______ ____ __________ ____________ ____ 4 Hoe gaat het met u? ____ _________ __________ ____________ ____ 5 Hans. _____
13
15
Vul in.
huis
leuk moeder leuk
1 He, hallo! Wat ___
ook
plezier
leuk ______!
_________ __________ ____________ ____ . 2 Dit is mijn _____ ______ ____ __________ ____________ ____ . 3 Ik ga naar ____ 4 Ik ____ ______ ____ __________ ____________ ____ . . _________ __________ ____________ ____ en tot ziens. 5 Veel _____
16
Vul in.
Dag
dank u
drinken
feestje
tot ziens
vrouw
_________ __________ ____________ ____ . 1 Dit is mijn _____ 2 – Hoe gaat het met je?
______ ____ __________ ____________ ____ . – Goed, ____
3 Ik ga naar huis. ____ ______ ____ __________ ____________ ____ , , Hans. ______ ____ __________ ____________ ____ ? 4 Ga je mee wat ____ 5 Hé, Hanneke! Hallo!
_________ __________ ____________ ____ Michel. – _____
_________ __________ ____________ ____ ? 6 Ga je naar een _____
17 -
18
*Grammatica* 1 (*zie (*zie* * pagina 280) Hoe gaat het met het met u? Hoe maakt u het? u het? Ga je mee? je mee? Ik ga naar ga naar huis.
Grammatica Grammatic a 2 + 3 (zie pagina 281)
Hoe gaat het met je? Goed. En met jou? u of je? je?
19
Meneer Dikkers Mevrouw Kortrijk
Enkelvoud Enkel voud of meervoud?
12 Dit is Hanneke. Zij gaat naar huis. 3 Wij drinken wat.
14
u u
enkelvoud // meervoud enkelvoud meervoud enkelvoud / meervoud
Nederlands voor zelfstudie
Johan Eva
je je
4 5 6 7 8 9
Dat is Hans. Ik ga naar mijn moeder. Zien jullie dat? Zij drinken ook wat. Zie je dat? Zij zien Michel.
20
L E S
enkelvoud / meervoud enkelvoud / meervo meervoud ud enkelvoud / meervoud enkelvoud / meervo meervoud ud enkelvoud / meervoud enkelvoud / meervo meervoud ud
Vul in.
het
ik
jij
jou
u
______ _______ ____ je even voorstellen? Dit is Johan. 1 Mag ___ ______ _______ ____ met je? 2 Hoe gaat ___
______ _______ ____ ? Goed, en met ___
______ _______ ____ het? 3 Dag, meneer Van Dam, hoe maakt ___ ______ _______ ____ ? 4 Goed, Johan, en ___
21
3
*Onderstreep de zinnen die je hoort.*
Hans Visser Michel Lecomte Hans Visser Michel Lecomte Hans Visser Michel Lecomte Hanneke Stroop Hans Visser Mevrouw Visser Michel Lecomte Hans Visser Mevrouw Visser Michel Lecomte
1
Hé, dat is Michel! Hallo Michel! Hans! Wat leuk. 2 Hoe gaat het met je? Goed! En met jou? Ook goed. Mag ik je even voorstelle voorstellen? n? Dit is Hanneke, mijn vrouw. Michel. Hanneke. En dit is mijn moeder. Mevrouw Visser. Hoe maakt u het? Goed, dank u. Leuk je te zien, Michel. Ga je mee wat drinken? Ik ga nu naar huis. Veel plezier en tot ziens. Dag mevrouw.
Hans / Hanneke
22 1 Hoe
4 2 gaat
Dag moeder.
*Hoeveel woorden hoor je?*
3 het
4 met
5 je?
=
5 woorden
1 = …….……. woorden 2 = ………….. woorden 3 = ………….. woorden
15
23
5
*Wat hoor je?* a
dag = a 1 ____ 2 ___
dat / aa
gaat
maakt = aa
a ___ a a __
______ _______ ____ 3 ___
______ _______ ____ 5 ___
______ _______ ____ 7 ___
______ _______ ____ 4 ___
______ _______ ____ 6 ___
______ _______ ____ 8 ___
24
6
*Luister naar de tekst. Zeg de zinnen na. na.* *
25
7
Drie jaar gelede geleden n
Hans Visser Michel Lecomte Hans Visser Michel Lecomte Hans Visser Michel Lecomte Hans Visser Michel Lecomte Hans Visser Michel Lecomte Hanneke Visser Michel Lecomte Hanneke Visser Michel Lecomte
26
Dat is lang geleden, zeg. Ja, drie jaar, denk ik. Waar woon je? Hier, in Amsterdam. Waar precies? In de Beethovenstraat. Welk nummer? Achttien.. Achttien O, daar woon ik vlakbij! Ik woon op de Mozartkade. Werk je ook in Amsterdam? Ja, ik werk hier bij een bank. Jij komt niet uit Nederlan Nederland, d, hè? Waar kom jij vandaan? Nee, ik kom uit Frankrijk. Maar ik woon al vijf jaar in Nederlan Nederland. d. Je spreekt goed Nederlands! Dank je wel.
Woorden
drie jaar jaar [jaren] geleden zeg lang ja denken waar wonen hier in precies de de (Beethoven)straat [straten] welk
16
Nederlands voor zelfstudie
Vertaal
het nummer [-s]
L E S
achttien o daar vlakbij werken bij een bank de bank [-en] komen niet uit Nederland ..., hè? etc. nee waar … vandaan Frankrijk maar al vijf Nederland spreken goed Nederlands dank je wel
27
Waar woon je?
Waar woon je? Woon je in Amsterdam?
– Waar woon je? – Hier in Amsterdam.
28
Waar … vandaan?
Waar kom je kom je vandaan? vandaan? Kom je Kom je uit uit Frankrijk? Waar komt komt u vandaan? u vandaan? Komt Komt u uit u uit Frankrijk?
– Waar kom jij vandaan? – Ik kom uit Nederland. – Ik kom uit Rotterdam. – Waar komt u vandaan? – Ik kom uit Rotterdam.
17
29
Vertaal
Dat is lang geleden. Drie jaar, denk ik. Waar woon je? Ik woon in Amsterdam. Ik werk bij een bank. Waar kom je vandaan? Ik kom uit Frankrijk. Je spreekt goed Nederlands! Ik woon al vijf jaar in Nederland.
30
7
Ja of nee? Lees Le es de vragen en luister luister..
1 Dat is lang geleden! Vijf jaar geleden? __
n e e ___ (drie jaar)
______ ______ ______ _____ 2 Wonen Hans en Michel in Amsterdam? ___ ______ ______ ______ _____ 3 Werkt Michel bij een bank? ___ 4 Woont Michel al drie jaar in Nederlan Nederland? d? ___ ______ ______ ______ _____
31
Geef antwoord - Vul in.
Nee, in Rotterdam.
Ik kom uit Spanje.
Nee, ik kom uit Rusland.
In Amsterdam.
______ ___ ________ ___________ ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ _____ __ 1 Waar woon je? ___ ______ ___ ________ ___________ ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ _____ __ 2 Woon je in Amsterdam? ___ ______ ___ ________ ___________ ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ _____ __ 3 Op welk nummer woont u? ___ ______ ___ ________ ___________ ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ _____ __ 4 Waar komt u vandaan? ___ ______ ___ ________ ___________ ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ _____ __ 5 Kom je uit Nederland? ___
32 dat
*Tegenstellingen* ik ga
tot ziens
nee
daar
n ee ________
1 ja
_ __ __
2 hier
_________ _____ __________ ____________ ____
3 ik kom
_________ _____ __________ ____________ ____
4 dit
_____ ___ ______ __________ ____________ ____ _________ _____ __________ ____________ ____
5 hallo
18
Nederlands voor zelfstudie
Op nummer 20.
33
Vul in.
gaat
straat
werkt
L E S
woont
______ ____ __________ ____________ ____ bij een bank in Rotterdam. 1 Dit is Nico Hofstra. Hij ____ ______ ____ __________ ____________ ____ in Amsterdam. 2 Maar hij ____ ______ ____ __________ ____________ ____. 3 Hij woont in een leuke ____ ______ ____ __________ ____________ ____ goed met Nico. 4 Het ____
34
Vul in.
Ja
jaar
lang
Nederland
Nederlands
_________ __________ ____________ ____ in Nederland. 1 Michel woont al vijf _____ ______ ____ __________ ____________ ____ . 2 Hij spreekt goed ____ _________ __________ ____________ ____? 3 Hoe lang woon jij in _____ _________ __________ ____________ ____ . 4 Een jaar is niet _____ 5 –
En, komt u ook uit Nederland?
_________ _____ __________ ____________ ____ .
–
35
Vul in.
daar
denk
goed
maar
Spreekt
vlakbij
______ ____ __________ ____________ ____ u Nederlands? 1 ____ _________ __________ ____________ ____ ik. 2 Hij woont in Utrecht, _____ _________ __________ ____________ ____ de Beethovenstraat. 3 Michel woont _____ _________ __________ ____________ ____ daar. 4 Nummer 5 is niet hier _____ ______ ____ __________ ____________ ____ met mijn moeder. 5 Het gaat ____ _________ __________ ____________ ____ al vijf jaar. 6 Hij woont _____
36
8
1 Hoe
2 gaat
3 het
Hoeveel woorden hoor je? 4 met
5 je?
= 5 woorden
1. …..…. woorden 2. 3. 4. 5.
……… ……… woorden woorden ……… woorden ……… woorden
19
37
Grammatica Grammatic a 4 A: ik woon / woon ik (zie pagina 281)
38
*Onderstreep subject en verbum. verbum.* * Ik woon op de Mozartkade.
*Voorbeeld*:
1 2 3 4 5 6 7 8
Waar woon je? Ik woon daar vlakbij. Werk je ook in Amsterdam? Ja, ik werk hier bij een bank. Jij komt niet uit Nederlan Nederland, d, hè? Waar kom je vandaan? Nu ga ik naar huis. Ja, drie jaar, denk ik.
39
9
*Tellen*
Ik tel tot 20. Luister goed. Ik tel tot 25. Ik tel tot 100. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien
40
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
elf twaalf der tien veertien vijftien zestien zeventien achttien negentien twintig
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Woorden
eenentwintig tweeëntwintig drieëntwintig vierentwintig vijfentwintig zesentwintig zevenentwintig zevenentwi ntig achtentwintig negenentwintig der tig
Vertaal
tellen tot luisteren goed
41 luistert
Vul in. tot
tellen
_________ __________ ____________ ____ vijf: Een twee, drie, vier, vijf. Nu jij. A Ik tel _____ B Een, twee, vier, vijf. _________ __________ ____________ ____ niet goed. A Nee, je _____ B Een, twee, drie, vier, vijf. _________ __________ ____________ ____ we tot tien. A Ja, dat is goed. Nu _____
20
Nederlands voor zelfstudie
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
tien twintig der tig veertig vijftig zestig zeventig tachtig negentig honderd
42
L E S
Grammatica Grammatic a 5 (zie pagina 282)
Ik woon al vijf jaar jaar in Nederland.
43 1 2 2 3 4 5
Tellen een, twee, drie, …………. twint twintig. ig. eenenveertig, tweeënveertig, …………… …………….. vijftig. tien, twint twintig, ig, …………..... honderd. twintig, twint ig, negentie negentien, n, ……………….. een. zeventig, eenenzevent eenenzeventig, ig, ………………… tachtig. een, drie, vijf, ……………….. eenender eenendertig. tig.
44 1 2 3 4 5
10 Ja of nee? 10
j a ja
___ __ ______ ___ _______ ____ ______ ___ _______ ____ ______ ___ _______ ____ ______ ___ _______ ____
6 7 8 9 10
Hoor je ie?
ie
drie
___ _______ ______ ____ ______ ___ _______ ____ ______ ___ _______ ____ ______ ___ _______ ____ ______ ___ _______ ____
QUIZ
GEEF ANTWOORD.
1 Hoe gaat het met je? a Goed, dank je. b Goedemiddag. c Hanneke Stroop. 2 a b c
Woon je hier in Amsterdam? Ja, in de Chopinstraat. Ja, op nummer 78. Nee, uit Engeland.
3 a b c
Waar komt u vandaan? En jij? Uit Frankrijk. U komt uit Nederland.
4 a b c
Hé Michel! Goed, en met u? Hanneke! Wat leuk! Prima, dank je.
5 a b c
Ik ga nu naar huis. Tot morgen. Dag. Goedemorgen. Hallo.
21
VUL IN.
bank
het
jou
leuk
voorstellen
wat
welk
1 A
______ ____ __________ ____________ ____ je te zien, Hans. Wat ____
2 B
_________ __________ ____________ ____ drinken? Ja! Ga je mee _____
3 A
Mag ik je even ____ ______ ____ __________ ____________ ____ ? ? Dit is Henk, mijn man.
Johan Smit.
B
4 A
_________ __________ ____________ ____ , in de Bachstraat. Ik werk al acht jaar bij de _____
5 B
_________ __________ ____________ ____ nummer precies? Op _____
6 A
______ ____ __________ ____________ ____ met je? Hoe gaat ____
7 B
_________ __________ ____________ ____?? Goed, en met _____
VUL IN.
Voorbeeld: Zij __ 1 Dit ___
______ uit Nederland. komt
i s _____ Victor.
_________ __________ ____________ ____ komt uit Frankrijk. 2 _____ 3
_________ _____ __________ ____________ ____ nu in Amsterdam.
______ ____ ____ __________ ____________ ____ 4 Hij gaat een feestje. ______ ____ __________ ____________ ____ lang geleden! 5 En dat ____
LUISTER. GEBRUIK DE PAUZEKNOP PAUZEKNOP.. VUL IN.
Hans Visser
Dat is lang geleden, zeg.
Michel Lecomte
Ja, drie __
Waar woon je?
Hans Visser
______ _______ ____ Amsterdam. Hier ___
Michel Lecomte
Waar precies?
22
__ , denk ik. jaa a r j
Nederlands voor zelfstudie
Hans Visser
In de Beethovenstraat.
Michel Lecomte
______ ___ ___ ____ ____ nummer?
Hans Visser
Achttien.
Michel Lecomte
______ ___ ____ ____ ! O, daar woon ik ___
Ik woon op de Mozartkade.
Hans Visser
______ _______ ____ ook in Amsterdam? Werk ___
Michel Lecomte
______ _______ ____ bij een bank. Ja, ik werk ___
Hanneke Visser
______ _______ ____ Nederland, hè? Jij komt niet ___
Waar kom jij vandaan?
Michel Lecomte
______ ___ _______ ____ , ik kom uit Frankrijk.
____ ____ ______al vijf jaar in Nederland. Maar ik __
Hanneke Visser
______ _______ ____ goed Nederlands! Je ___
Michel Lecomte
Dank je wel.
L E S
23
LES 1
11 Mailen en bellen 11
Waar kan ik internetten? Tom Kalf Mevrouw Rianne Kalf Mevrouw
Kunt u me helpen, mevrouw? Waar kan ik internetten? Precies achter u is een internetcafé. O, wat dom van ons. Dank u wel. Geen dank.
Rianne Kalf Tom Kalf Rianne Kalf
Weet jij het ee-mailadres mailadres van Iris? Ja, dat staat in mijn agenda. O jee, en die ligt thuis. We kunnen haar moeder bellen. Zij weet het e-mailadres van Iris.
Tom Kalf
Ja, maar dat telefoonnumme telefoonnummerr staat óók in mijn agenda.
Rianne Kalf Tom Kalf
Je kunt Inlichting Inlichtingen en bellen. Dat is 090 09000 – 800 8008. 8. Goed.
Telefoniste Tom Kalf Telefoniste Tom Kalf Telefoniste Tom Kalf
KPN Inlichtingen, goedemiddag. Kunt u mij een telefoonnumme telefoonnummerr in Arnhem geven? Van mevrouw De Cruif, Kruisstraat 7. Kunt u de naam spellen? C, R, U, I, F. Ogenblikje. Dat is 026 – 562 60 96. Dank u wel.
Tom Kalf Rianne Kalf
Nou, die is in gesprek. Dan bel je haar straks maar.
Of je stuurt een sms’je.
24
Nederlands voor zelfstudie
2
L E S
Woorden
mailen bellen kunnen (Grammatica 8) helpen kan
kunnen
internetten precies achter het internetcafé [-s] dom van geen dank weet
weten
weten het e-mailadr e- mailadres es [-sen] staan (hier: is) de agenda [‘s] o jee! die (Grammatica 11) liggen (hier: is) thuis haar moeder [-s] het telefoonnummer [-s] Inlichtingen de telefoon [-s] de telefoniste [-s] KPN (telefoondienst) geven die de naam [namen] spellen (een) ogenblikje [-s] nou die in gesprek het gesprek [-ken]
25
View more...
Comments