Arvo Pärt in PrimeTime
Short Description
Brochure of Arvo Pärt...
Description
PÄRTinPRIMETIME 22-24 februari 2013
Arvo Pärt: een rots in de branding De muziek van Arvo Pärt is bijzonder om vele verschillende redenen. redenen. Eerst en vooral bouwt Pärt al decennia lang aan een omvangrijk oeuvre met een herkenbare en coherente stijl. Vanaf 1976 – inmiddels meer dan 36 jaar geleden – ontwikkelde hij een eigen geluid dat hij tot op vandaag hanteert. Daarnaast is Pärt een uitgesproken religieus componist. componist. Dat is op zich al vrij uitzonderlijk in de 20ste eeuw. In de 19de eeuw werden componisten meer en meer zelfstandig en waren ze dus niet langer afhankelijk van kerkelijke opdrachtgevers. Gaandeweg verloor de kerk haar dominante positie in de Westerse wereld, zeker sinds de tweede helft van de voorbije eeuw. Dit zien we ook weerspiegeld in het repertoire van de recente muziek. Er zijn maar weinig religieuze of liturgische composities, enkele betekenisvolle uitzonderingen niet te na gesproken. Heel opvallend is dat componisten die religieuze genres beoefenen, ook meestal hoofdzakelijk of uitsluitend religieuze muziek schrijven. Ten derde is de muziek van Pärt vrij toegankelijk, en ook dat is uitzonderlijk voor 20ste- en 21steeeuwse kunstmuziek. De tonaliteit, die gedurende vele eeuwen een onaantastbaar systeem vormde, daverde op zijn grondvesten en verloor haar universeel karakter. Bevrijd van de ketenen van de traditie zochten veel componisten naar nieuwe expressievormen. Vaak waren ze hierin gedreven door een sterke vernieuwingsdrang, een streven naar het (letterlijk) ongehoorde. De 20ste eeuw is een uitzonderlijk rijke periode wat nieuwe muziek betreft. Er ontstonden vele verschillende stromingen, vele verschillende esthetische idealen. De keerzijde van die vernieuwingsdrang is dat vele componisten het contact met het publiek verloren. De atonale, dodecafone en seriële muziek maakten niet langer gebruik van de vertrouwde structuren die we kennen van de eeuwenoude tonaliteit. Muziek die niet langer die bekende taal spreekt, blijkt moeilijker toegang te vinden bij een breed publiek, zelfs bij echte liefhebbers van klassieke muziek. Net hierin verschilt iemand zoals Pärt van meer radicale componisten. Hij componeert toegankelijke, toegankelijke, religieus geïnspireerde muziek, en verwierf daar ook een vrij grote bekendheid mee. Pärt werd geboren in Estland in 1935. Hij heeft een grote afniteit met vocale muziek, en de sterke koortraditie van de Baltische staten is daar uiteraard niet vreemd aan. Zijn muziek wordt als welluidend omschreven, en van alle hedendaagse componisten is hij misschien wel één van de bekendste en best verkopende. De vroege jaren: collage en experiment
Als we vandaag de muziek van Arvo Pärt bekijken en beluisteren, zouden we bijna vergeten dat hij – net zoals veel componisten – ooit met modernistische en vernieuwende technieken aan de slag ging. Tot Tot ver in de jaren 1960 had hij grote sympathie voor de meest vooruitstrevende stijlen en genres. Nochtans was het
in die tijd niet evident voor Pärt om kennis te maken met de West-Europese avant-garde. avant-garde. Het sovjetregime verhinderde tijdens zijn studieperiode dat modernistische partituren of opnamen toegankelijk waren. Gelukkig bestonden er altijd achterpoortjes, en zo kon Pärt zich toch verdiepen in de meest vooruitstrevende technieken. Een cruciaal werk in zijn oeuvre is het Credo uit 1968, waarin Pärt modernistische technieken combineert met een groeiende fascinatie voor de muziek van Johann Sebastian Bach en de barok in het algemeen. Mede doordat Pärt met het Credo een tekst uit de christelijke liturgie had gekozen werd deze compositie niets minder dan een schandaal. Wie bij Arvo Pärt denkt aan de meditatieve, ingetogen en met zachte dissonantie gekruide koorklanken die zijn muziek van de laatste decennia kenmerken, komt bedrogen uit in het geval van Credo . Het klankbeeld is bruut, erg dissonant, en Pärt maakt gebruik van wel heel radicale collagetechnieken. Hij ontleent fragmenten uit bestaande composities en plaatst deze in een nieuwe context. Zo begint het werk – na een majestueuze koorinleiding – met de eerste prelude uit Das Wohltemperierte Klavier van Bach, gespeeld op piano. Nog voor het einde van deze prelude neemt het koor al even abrupt weer over. In dit Credo horen we een jonge, exuberante componist aan het werk, maar Credo zou ook een kantelpunt worden. Na deze compositie verkeerde Pärt in een identiteitscrisis en de eerstvolgende jaren componeerde hij amper.. Hij bestudeerde de oude muziek en zelfs het gregoriaans, om op die manier terug te keren naar de amper kern van muziek. Het was een zoektocht naar een nieuwe muzikale taal; puur, introspectief en zuiver. In 1976 componeerde hij een klein werkje voor piano, Für Alina , waarover hij hetvolgende zei: “Ik voelde de noodzaak om me te concentreren op elke klank, zodat ieder grassprietje even belangrijk zou worden als een bloem.” De Tintinnabuli stijl van Arvo Pärt - Trivium, Sarah was ninety years old, Stabat Mater
Het jaar 1976 is een mijlpaal in het leven en werk van Arvo Pärt. Na de jaren van onderzoek en devote studie van oude muziek ontwikkelde hij een persoonlijke stijl, een soort tonale taal die hij ‘tintinnabuli’ doopte. Tintinnabuli Tintinnabuli is de meervoudsvorm van het Latijnse tintinnabulum, wat ‘bel’ of ‘klok’ betekent. Voor Pärt ligt de essentie van de tonale klank in het werken met drieklanken, zachte dissonanties, en sobere melodieën. Heel vaak kiest hij ook voor een uiterst langzaam tempo en veel momenten van stilte. Het resultaat is erg meditatieve muziek, met subtiele klankverschuivingen en een statisch karakter. Vaak lijkt het alsof Pärt de tijd weet stil te t e zetten, of toch minstens onze ervaring van de tijd verstoort. Alle werken waarvoor Pärt vandaag bekend is (zoals Cantus in memoriam Benjamin Britten , Fratres , of Tabula Rasa Ras a ) zijn geschreven met behulp van die tintinnabuli techniek. Na Für Alina componeerde hij Trivium , een stuk voor orgel in drie delen. Hoewel Arvo Pärt tot de zogenaamd toegankelijke toegankelijke componisten behoort, is dit werk erg radicaal in de benadering van de muzikale tijd. Er is geen enkele lineaire ontwikkeling,
er is geen proces dat leidt tot een bepaald doel of een climax. Trivium bestaat uit een nevenschikking van drie contrasterende delen. Het muzikale materiaal is doodeenvoudig, en net daarin zit de radicaliteit. Het bijzondere aan Trivium – en dat geldt eigenlijk voor de tintinnabuli stijl in het algemeen – is dat Pärt meestal slechts twee of drie noten tegelijk laat weerklinken, en dat deze ritmisch ook grotendeels parallel verlopen. Er is dus heel weinig beweging, en elke samenklank lijkt wel op zichzelf te staan. Een minder bekende compositie is Sarah was ninety years old , geschreven in 1977. Pärt gebruikte drie stemmen, orgel en pauken om dit verhaal uit het Oude Testament op muziek te zetten. Hij zag zichzelf genoodzaakt om het werk een andere titel te geven ( Modus ) omdat het sovjet regime geen religieuze muziek toeliet. In het verhaal krijgt Sarah, de vrouw van Abraham, te horen dat ze op negentigjarige leeftijd een kind op de wereld zou zetten. Abraham, zelf al honderd jaar op dat moment, kan dat niet geloven en lacht met de boodschap, net zoals Sarah. Pärt gebruikt de tekst niet als dusdanig, maar baseert zich wel op fragmenten uit Genesis. De traagheid van deze muziek blijkt al uit het feit dat de eerste vocale klanken pas weerklinken na een introductie van het slagwerk van maar liefst vijf minuten. Het totale werk duurt bijna een half uur, maar het muzikale materiaal is erg beperkt. Hierdoor wordt bij de luisteraar elk gevoel van dimensie op losse schroeven gezet. Een live-uitvoering is dan ook de enige juiste manier om dit stuk te ervaren. In 1993 werd Sarah was ninety years old gebruikt in de soundtrack van de lm Little Buddha , omwille van het meditatief karakter en de bijzondere sfeer die dit werk oproept. Dat Pärt zijn stuk moest camoueren onder een valse titel geeft al aan hoe beperkend het sovjet regime optrad. Zijn religiositeit en zijn aparte muzikale taal, ver verwijderd van het klassieke idioom dat door het establishment verwacht werd, deden hem beslissen om te emigreren. In 1980 verhuisde hij naar Wenen en daarna naar Berlijn. Sindsdien is de vocale en religieuze muziek alsmaar belangrijker geworden in zijn oeuvre. In 1985 zou Pärt dan het Stabat mater op muziek zetten, een middeleeuwse hymne gewijd aan het verdriet van Maria, rouwend naast het kruis van haar zoon, verscheurd door de folteringen die zich voor haar ogen afgespeeld hadden. De tekst bestaat uit tien strofen en is uitgesproken symmetrisch opgebouwd. Het metrum bestaat uitsluitend uit de opeenvolging lang-kort (Sta-bat ma-ter do-loro-sa, …). Vanaf de vijfde strofe wordt de tekst symbolisch, en wordt het lijden van Maria gekoppeld aan het ‘mede-lijden’ van de gelovige ten aanzien van Maria. De gelovige wil voor zijn zonden boeten door hetzelfde lijden als Christus te ondergaan, en op die manier de genade van God verdienen om naar de hemel te kunnen gaan. In de tekst is er dan ook een globale evolutie van pijn en verdriet (dolorosa) naar eeuwigheid en glorie in de laatste verzen (“Fac ut animae donetur paradisi gloria”; Doe mijn ziel de glorie erven van het hemels paradijs).
Arvo Pärt volgt de structuur van het gedicht nauwgezet, zowel op ritmisch vlak (de opeenvolging lang-kort), op metrisch vlak (de onderverdeling in verzen van 7 of 8 lettergrepen) en op formeel vlak (de onderverdeling in tien strofen). De strofen worden in vier groepen verdeeld (2+3+3+2=10), waartussen contrasterende instrumentale interludia weerklinken. Met hun levendig karakter houden deze tussenspelen het werk in balans. De symmetrische vorm wordt ten slotte omkaderd door een instrumentale inleiding en een coda, beiden precies even lang en quasi identiek. Van bij het begin roepen de uitsluitend dalende lijnen in de strijkers de sfeer op van verdriet, troosteloosheid en rouw. Wanneer diezelfde motieven helemaal op het einde van het stuk terugkeren zijn ze als het ware getransformeerd en drukken ze gelatenheid en (eeuwige) rust uit. Holy minimalism, mystiek essentialisme – Magnicat, Dopo la vittoria, Kanon Pokajanen, Nunc Dimittis, Da Pacem Domine
Na zijn eerste ervaringen met de tintinnabuli stijl verscherpte Pärt zijn focus nog meer op klankexploratie en reductie. Door te concentreren op een klein aantal subtiel verschillende klanken creëerde hij een essentialistische stijl. Geen franjes, geen tierlantijntjes, geen virtuositeit, alleen pure klank, pure expressie. Bovendien blijft het religieuze aan belang toenemen. Hierdoor kreeg zijn muziek het label ‘Holy Minimalism’ opgeplakt. Dit heilig minimalisme vinden we ook terug in het werk van John Tavener en Henryck Gorecki. In het algemeen wordt deze strekking gekenmerkt door een voorkeur voor heldere structuren en symmetrie, eenvoudige melodieën en bovenal een duidelijke uitdrukking van de tekst. Grote en kleinere koorwerken maken de laatste decennia de hoofdmoot van Pärts oeuvre uit. Het oudste werk dat hier op het programma staat is het Magnicat uit 1989, en het is meteen een schoolvoorbeeld van de tintinnabuli stijl. Net zoals in het Stabat mater vertrekt de muziek voor honderd procent uit de dictie van de tekst. Elke lettergreep krijgt juist één noot, en de geaccentueerde lettergrepen worden ook gekoppeld aan opvallende toonhoogtes. Doordat alle stemmen overwegend homoritmisch (simultaan) verlopen, is de verstaanbaarheid van de tekst des te meer gegarandeerd. In 1996 componeert hij dan het veel minder bekende Dopo la Vittoria , en meteen blijkt dat Pärt veel meer kan dan alleen maar meditatieve, statische muziek maken. De titel van dit werk suggereert al een meer opgewekte thematiek dan de eerder vermelde religieuze werken. De victorie waarvan sprake, is de overwinning van Sint-Ambrosius op het arianisme, een afsplitsing van het christendom in de vierde eeuw na Christus die de drie-eenheid (God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest) niet aanvaardde. Binnen het arianisme worden Jezus en de Heilige Geest gezien als scheppingen van God de Vader, en dus ondergeschikt. Ambrosius beschikte over de redenaarstalenten om verdeelde gelovigen bij elkaar te
krijgen en schopte het tot bisschop van Milaan, ook al was hij aanvankelijk zelfs niet gedoopt. Hij slaagde erin het arianisme te onderdrukken. Het verhaal gaat dat bisschop Ambrosius en (de later heilig verklaarde) Augustinus twee jaar later beurtelings de lofzang op de Heilige Drievuldigheid zongen tijdens het doopsel van Augustinus. Dit tafereel wordt beschreven in Dopo la Vittoria . Het tempo van dit werk ligt vele malen hoger dan dat van Magnicat of Stabat mater . Ook zijn er grotere contrasten tussen de verschillende segmenten. Toen hij Dopo la Vittoria afwerkte, was Pärt al meer dan een jaar bezig aan een andere compositie, de grootschalige Kanon Pokajanen . Het compositieproces van deze ‘boetecanon’ was een bijzondere ervaring voor de componist, die het als volgt verwoordt: “Lang geleden, toen ik voor het eerst kennis maakte met de traditie van de Russisch Orthodoxe kerk, kreeg ik een tekst in handen die een diepe indruk op me maakte, hoewel ik er op dat moment niets van verstaan kan hebben. Dat was de boetecanon. Sindsdien keerde ik vaak terug naar deze verzen, traag en gestaag op zoek naar hun mening. Ik besliste deze tekst van begin tot einde op muziek te zetten. Hierdoor kon ik mijzelf volledig toewijden aan de tekst, en op den duur liet het me niet meer los tot ik de partituur had afgewerkt. Het duurde meer dan twee jaar om Kanon Pokajanen te componeren, en de tijd die we ‘samen doorbrachten’ was enorm verrijkend.” Net zoals in Stabat mater en Magnicat wordt het verloop van de muziek hier ook gedicteerd door de tekst. In de Oosters orthodoxe canon zijn er negen ‘odes’, waarvan er acht ook effectief gezongen (of gereciteerd) worden. Elke ode begint met hetzelfde vers, het eirmos, gevolgd door vier verzen en antifonale antwoorden. Voor het eirmos gebruikt Pärt het hele koor, terwijl de andere gedeelten beurtelings door een beperkt aantal stemmen worden gezongen. Hierin zit ook de enige echte vorm van variatie in deze uitgebreide compositie. De verschillende onderdelen zijn veeleer statisch van karakter, maar de afwisselende groeperingen binnen het koor creëren een interne dynamiek. Een volledige uitvoering van Kanon Pokajanen duurt meer dan twee uur en is dan ook een heel aparte belevenis. Voor dit concert maakte het Ests Filharmonisch Kamerkoor – als geen ander ensemble perfect geplaatst voor de uitvoering van deze muziek – een selectie van de mooiste en meest aangrijpende stukken. De twee recentere werken die het programma van het Ests Filharmonisch Kamerkoor vervolledigen zijn Nunc Dimittis uit 2001 en Da Pacem Domine uit 2004. Beide koorwerken illustreren hoe de tintinnabuli stijl uit de jaren 1970 Pärt geholpen heeft om een persoonlijke en coherente muzikale taal te ontwikkelen. Deze werken zijn niet de meest verrassende of uit de band springende werken in het oeuvre van Pärt, maar ze bevestigen eens te meer het meesterschap van Pärt in ‘zijn’ stijl: het creëren van een mystieke sfeer, ingebed in een religieuze of zelfs liturgische context, met het grootste respect voor de (in dit geval Latijnse) tekst. De zoetgevooisde dissonanten, de bijwijlen etherische sopraanklanken en het zacht wiegende ritme zullen bij veel luisteraars associaties met het hemelse oproepen, en daarmee bereikt Pärt wellicht zijn doel: het creëren
van spirituele (en muzikale) zuiverheid, uitgepuurd en essentialistisch. Beide werken zijn in feite een soort smeekbede aan God. In Nunc dimittis vraagt Simeon aan de Heer om hem te laten gaan (sterven), nadat hij Jezus in de tempel ontmoette. In Da Pacem Domine smeekt de gelovige gemeenschap om vrede. Standvastigheid en onvergankelijkheid – van Partita (1959) tot Scala Cromatica (2007)
Een halve eeuw muziek. Dat zit er tussen het vroege Partita, opus 2 uit 1959 en Scala Cromatica voor pianotrio uit 2007. Aangezien het eerste werk dateert van voor Pärts ontwikkeling van de tintinnabuli stijl is er een groter contrast tussen dit werk en de andere composities op het programma, dan tussen elk van die andere stukken onderling. Partita draagt overduidelijk de stempel van de Russische laat-romantische (of vroeg-expressionistische) componisten. Het werk bestaat uit vier delen met overduidelijk historisch beladen titels: Toccatina , Fughetta , Larghetto en Ostinato . De verwijzing naar de barok is overduidelijk, en is in zekere zin zelfs een voorafspiegeling van de fascinatie die Pärt zou ontwikkelen voor de barokmuziek (zie de bespreking van Credo hoger in deze tekst). Het contrast met het andere pianowerk op dit programma, Für Alina , kan dan ook moeilijk groter zijn. De speelsheid, virtuositeit en energie van Partita maken plaats voor de uitgepuurde, spaarzame klanken waarmee Pärt zijn tintinnabuli stijl zou ontwikkelen. De verschillende werken uit de jaren 1970 die hier op het programma staan ( Fratres , Summa en Spiegel im Spiegel ) illustreren hoe Pärt erin slaagde ook relatief uitgebreide muzikale vormen te creëren in zijn herkenbare, reductionistische stijl. De eenvoud is extreem ver doorgedreven in Spiegel im Spiegel , dat uit niets anders bestaat dan gebroken akkoorden en lang aangehouden tonen. Summa was aanvankelijk een vocaal werk, een samenvatting (‘summary’) van levenservaring gekoppeld aan de Latijnse geloofsbelijdenis, het credo. Pärt maakte later verschillende instrumentale bewerkingen die het mysterieuze van deze muziek nog versterken door het weglaten van de woorden. Ook van Fratres bestaan er vele verschillende versies, een teken dat het muzikale materiaal dat Pärt ontwikkelde niet alleen de tijd doorstaat, maar zelfs geschikt is voor verschillende realisaties. Hermes Ensemble speelt twee verschillende versies, één voor strijkkwartet en slagwerk en één voor piano en cello. Een atypisch werk in het oeuvre van Pärt, niet in het minst omwille van de titel, is Ein Wallfahrtslied uit 1984. Het werk begint in de typische stijl van Pärt, maar na ongeveer drie minuten zet de zanger in met een rustige declamatie van de tekst (psalm 121). Het lied heeft iets onheilspellends en staat veraf van de rust brengende composities waarmee Pärt doorgaans geassocieerd wordt. Er is een zekere bitterheid in dit werk, en wellicht heeft dat ook te maken met het feit dat Pärt rond 1980 zijn thuisland verliet om in Wenen en later Berlijn te gaan wonen en werken (zie hoger). Het meest opmerkelijke is en blijft dat Pärt zijn muzikale stijl weet te bewaren (en geleidelijk aan ook weet te laten evolueren) tot op vandaag. Vier composities uit de 21ste eeuw geven een uitstekend beeld van de
hedendaagse Arvo Pärt, een componist die alle bovenvermelde gebeurtenissen, ervaringen en composities met zich mee draagt. Met Passacaglia (2003) keert Pärt terug naar de barok, niet alleen in de titel, maar ook in de schriftuur. Het werk begint met een typisch voorbeeld van barokke schijnpolyfonie, het snel afwisselen tussen verschillende registers. Eigen aan een passacaglia is het steeds terugkerende akkoordschema, een kolfje naar de hand van Arvo Pärt. Estländer (2006) is dan weer een extreem korte compositie voor uit solo, waarmee Pärt aantoont nog steeds origineel en verrassend uit de hoek te kunnen komen. Het recentste werk op het programma is Scala Cromatica uit 2007, een compositie voor viool, cello en piano. De titel verwijst naar het ultieme muzikale materiaal waarmee Arvo Pärt (zoals natuurlijk bijna alle componisten) aan de slag gaat. De chromatische scala, de opeenvolging van twaalf halve tonen waarmee het octaaf is onderverdeeld, vormt de basis voor de Westerse muziek. De tintinnabuli stijl van Pärt maakt op een unieke manier gebruik van deze twaalf tonen, met de voorkeur voor zachte dissonanten en kleine melodische bewegingen. De grote diversiteit binnen zijn oeuvre, en de standvastigheid waarmee deze componist ondertussen al een halve eeuw muziek maakt kunnen op geen enkele manier beter tot hun recht komen dan door een intense, live luisterervaring! De muziek van Arvo Pärt moet het niet hebben van complexiteit of gezochte expressie. Volgens een vaak gehoorde boutade is eenvoudige muziek maken het moeilijkste wat er is. Pärt schuwt de eenvoud niet, integendeel. Hij maakt van eenvoud hét middel om voor een religieuze tekst of een bepaald idee op zoek te gaan naar de gepaste muzikale uitdrukkingsvorm. Zonder franjes of effecten, maar wel met een doorgedreven essentialisme bereikt hij een uitgepuurde stijl, door sommigen bekritiseerd, maar door velen bewonderd. Eén ding is zeker: de muziek van Pärt staat als een rots in de onstuimige branding van de hedendaagse muziek. Klaas Coulembier
VR 22/02/13
14.00 toonmoment muzikale projectweek
AMUZ
Kinderen worden als componisten geboren Sterre De Raedt, muziekdocent | Hannelore Primus, muziekdocent | Lieven Strobbe, muziekdocent
I.s.m. De Veerman & HERMESensemble
27 kinderen uit het vijfde leerjaar van basisschool De Dageraad duiken vijf dagen lang in de muziek van de Estse componist Arvo Pärt. Net als Pärt leren ze houden van elke noot en ontdekken ze dat stilte even belangrijk is als klank bij het schrijven van muziek. Bovendien worden de kinderen ook zelf uitgedaagd tot het maken van hun eigen muziekcomposities. Dit toonmoment is het resultaat van hun intense muziekweek in AMUZ, waarbij de kinderen ook samen musiceren met musici van het HERMESensemble.
VR 22/02/13
20.15 Inleiding door Klaas Coulembier
21.00 Concert O.L.V.-kathedraal
Goeyvaerts Strijktrio + Els Crommen, sopraan | Barnabás Hegyi, contratenor | Olivier Berten, tenor | Peter de Laurentiis, tenor | Kristien Roels, viool | Kris Matthynssens, altviool | Pieter Stas, cello | Bart Jacobs, orgel | Gaetan La Mela,
percussie
Arvo Pärt (°1935) Trivium (1976)
voor orgel SarahWasNinetyYearsOld (1977/1990)
voor sopraan, 2 tenoren, percussie en orgel Stabat Mater (1985)
voor sopraan, alt, tenor en strijktrio
I.s.m. vzw Antwerpse Kathedraalconcerten
Stabat mater
Stabat mater dolorosa juxta crucem lacrimosa dum pendebat lius.
In smarten stond de moeder naast het kruis, wenend, waar haar zoon hing.
Cuius animam gementem, contristantem et dolentem, pertransivit gladius.
En haar zuchtende hart, bedroefd en treurend, werd door een zwaard doorboord.
O quam tristis et aficta fuit illa benedicta mater unigeniti!
O hoe droevig en treurig was die gezegende moeder van de eniggeborene.
Quae moerebat et dolebat et tremebat dum videbat nati poenas inclyti.
Ach, hoe treurde en leed die goede moeder, terwijl ze de smarten van haar roemrijke kind zag.
Quis est homo, qui non eret quis Christi matrem si videret in tanto supplicio?
Wie is de mens die niet zou wenen, als hij de moeder van Christus zou zien in zulk een beproeving?
Quis non posset contristari christi matrem contemplari dolentem cum Filio?
Wie zou geen medelijden hebben bij het aanschouwen van de moeder van Christus lijdend met haar Zoon?
Pro peccatis suae gentis vidit Jesum in tormentis et agellis subditum.
Voor de zonden van Zijn volk zag zij Jezus in pijn en aan geselingen overgeleverd.
Vidit suum dulcem natum morientem desolatum dum emisit spiritum.
Ze zag haar geliefde kind, bij Zijn sterven geheel verlaten, terwijl Hij de geest gaf.
Eia mater, fons amoris, me sentire vim doloris,
Gij, moeder, bron van liefde, maak dat ik de grootheid van uw smart voel,
fac ut tecum lugeam.
zodat ik samen met u treur.
Fac ut ardeat cor meum in amando Christum Deum, ut sibi complaceam.
Doe mijn hart branden van liefde voor Christus, om Hem te behagen.
Sancta mater, istud agas crucixi ge plagas cordi meo valide.
Heilige moeder, doe dit: prent de striemen van de gekruisigde stevig in mijn hart.
Tui nati vulnerati tam dignati pro me pati poenas mecum divide.
Deel met mij de pijnen van uw gewonde Zoon die zich waardig achtte voor mij te lijden.
Fac me tecum pie ere, crucixo condolere, donec ego vixero.
Laat me samen met u wenen, en mede-lijden met de gekruisigde, zolang ik nog zal leven.
Iuxta crucem tecum stare te libenter sociare in planctu desidero.
Samen met u naast het kruis staan, en u nabij zijn in de rouw, dat is mijn diepste verlangen.
Virgo virginum praeclara, mihi jam non sis amara, fac me tecum plangere.
Stralende maagd der maagden wees mij thans niet bitter, laat mij met u treuren.
Fac ut portem Christi mortem, passionis fac consortem et plagas recolere.
Laat mij Christus’ dood dragen, maak mij deelgenoot aan Zijn lijden, doe mij Zijn striemen overdenken.
Fac me plagis vulnerari cruce hac inebriari ob amorem lii.
Laat mij verwond worden door Zijn striemen, maak mij dronken van het kruis, wegens de liefde van uw Zoon.
Inammatus et accensus
Als ik door vlammen word verbrand, laat mij
per te, virgo, sim defensus in die judicii.
dan door u, maagd, worden beschermd op de dag des oordeels.
Fac me cruce custodiri, morte Christi preamuniri. confoveri gratia.
Bescherm mij door het kruis, verdedig mij door de dood van Christus, laat mij mezelf koesteren in Zijn genade.
Quando corpus morietur fac ut animae donetur paradisi gloria.
Als mijn lichaam sterven zal, geef dan dat mijn ziel het geschenk ontvangt van de glorie van het paradijs.
Amen.
Amen. Vertaling: Brigitte Hermans
ZA 23/02/13
20.15 Inleiding door Klaas Coulembier
21.00 Concert AMUZ
Ests Filharmonisch Kamerkoor DanielReuss, dirigent
Kaia Urb, sopraan | Karoliina Kriis, sopraan | Kristine Muldma, sopraan | Hele-Mall Leego, sopraan | Annika Lõhmus, sopraan | Hele-Mai Poobus, sopraan | Eha Pärg, sopraan | Marianne Pärna, alt | Karin Salumäe, alt | Helis Naeris, alt | Merili Kristal, alt | Ave Hännikäinen, alt | Anna Dõtõna, alt | Tiit Kogerman, tenor | Martin Lume, tenor | Kaido Janke, tenor | Toomas Tohert, tenor | Raul Mikson, tenor | Martinš Zvigulis, tenor | Aarne Talvik, bas | Tõnu Tormis, bas | Rainer Vilu, bas | Henry Tiisma, bas | Andreas Väljamäe, bas | Allan Vurma, bas | Märt Krell, bas
Arvo Pärt (°1935) Triodion (1998) Da pacemDomine(2004/06) Dopo lavittoria (1996/7) Magnifcat (1989) Nunc dimittis (2001) Kanon Pokajanen(1997)
Ode III (1997) Ode VI (1997) Ode IX (1989/97) Gebed (1997)
Met dank aan de ambassade van Estland
Triodon
Introduction
In the name of the Father, and of the Son, and of the Holy Spirit. Amen.
In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Ode I
O Jesus the Son of God, Have Mercy upon Us. We do homage to Thy pure image, O Good One, entreating forgiveness of our transgressions, O Christ our God: for of Thine own good will Thou wast graciously pleased to ascend the Cross in the esh, that Thou mightest deliver from bondage to the enemy those whom Thou hadst fashioned. For which cause we cry aloud unto Thee with thanksgiving: With joy hast Thou lled all things, O our Saviour, in that Thou didst come to save the world. O Jesus the Son of God, have mercy upon us. O Jesus the Son of God, have mercy, O Jesus the Son of God, O Jesus, O Jesus, the Sun of God, O Jesus the Son of God, have mercy, O Jesus the Son of God, have mercy upon us.
O Jezus, de Zoon van God, heb medelijden met ons. Wij betuigen eer aan Uw pure beeld, O Goede, en smeken om vergeving voor onze zonden, O Christus onze God; want uit Uw eigen goede wil behaagde het U in den vleze het kruis te bestijgen, opdat U zou verlossen uit de slavendienst aan de vijand degenen die U had uitverkoren. Om deze reden roepen wij luid tot U met dankbetuiging: Met vreugde hebt U alle dingen gevuld, O onze Redder, doordat U gekomen bent om de wereld te redden. O Jezus de zoon van God, heb medelijden met ons. O Jezus de zoon van God heb medelijden, O Jezus de zoon van God, O Jezus, O Jezus de zoon van God, O Jezus de zoon van God heb medelijden, O Jezus de zoon van God heb medelijden met ons.
Ode II
O Most Holy Birth-giver of God, Save Us. Unto the Birth-giver of God let us sinners and humble ones now diligently have recourse; and let us fall down in penitence exclaiming, from the bottom of our souls: O Sovereign Lady, help us, having compassion on us!
O Meest Heilige Geboorte-gever van God, red ons. Laat ons zondaars en nederigen nu de geboortegever van God naarstig aanroepen; en laat ons in boetedoening neervallen, uitroepend vanuit het diepst van onze zielen: O souvereine Vrouwe, help ons en heb mededogen met ons!
Show zeal, for we perish with the multitude of our sins; turn not Thy servantes away empty; for we have Thee as our only hope. O Most Holy Birth-giver of God, save us.
Toon ijver, want wij komen om door de menigvuldigheid van onze zonden; Stuur uw dienaren niet weg met lege handen; want wij hebben u als onze enige hoop. O meest heilige geboorte-gever van God, red ons.
Ode III
O Holy Saint Nicolas, Pray unto God for Us. A rule of faith and a model of meekness, a teacher of abstinence hath the reality shewn thee unto thy ock; therewithal hast thou acquired: by humility-greatness, by poverty-riches; O Father hierarch Nicholas, intercede before Christ the God that our souls may be saved. O Holy Saint Nicholas, pray unto God for us. O Holy Saint Nicholas, pray unto God for us. O Holy Saint Nicholas, o Holy Saint Nicholas, pray unto God for us, pray unto God for us. o Holy Saint Nicholas, pray unto God for us. Amen.
O Heilige Sint-Nikolaas, bid tot God voor ons. Tot een maatstaf van geloof en een voorbeeld van zachtmoedigheid, een onderwijzer van onthouding heeft de geschiedenis u aan uw kudde getoond; daarmede hebt u verworven: door nederigheid-grootheid, door armoederijkdom; O Vader hiërarch Nikolaas, wees onze voorspreker voor Christus de God, opdat onze zielen mogen worden gered. O heilige Sint-Nikolaas, bid tot God voor ons. O heilige Sint-Nikolaas, bid tot God voor ons. O heilige Sint-Nikolaas, o heilige Sint-Nikolaas, bid tot God voor ons, bid tot God voor ons, o heilige Sint-Nikolaas, bid tot God voor ons. Amen.
Coda
Glory to the Father, and to the Son, and to the Holy Spirit, both now, and ever and unto ages of ages. Amen.
Eer aan de Vader en aan de Zoon en aan de Heilige Geest, nu en altijd en tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Da pacem Domine
Da pacem Domine in diebus nostris quia non est alius
Geef vrede Heer in onze dagen, want er is er niemand anders
qui pugnet pro nobis nisi tu Deus noster.
die voor ons ten strijde trekt dan alleen U, onze God.
Dopo la vittoria
Dopo la vittoria denitiva sugli Ariani, Sant’ Ambrogio compose un inno solenne di ringraziamento: “Te Deum laudamus” Da allora questo canto viene ripetuto in occasione di cerimonie solenni di ringraziamento. Trascorsi due anni, quando al consesso dei potenti di Milano venne battezato Agostino, quelle srofe di ringraziamento furono cantate dagli ofcianti e dai battezati e quindi entrarono a far parte da quel momento del cerimoniale religioso. L’antico e ignoto biografo di Agostino scrive: “Sant’Ambrogio allora con voce lieta lodo la Sanctissima Trinita e indusse lo stesso Agostino a proclamare la sua fede nella gloria di Dio.” Lodando e ringraziando il Signore Sant’ Ambrogio diceva: “Lodimo Te, o Signore, in Te crediamo; o Signore”. Agostino proseguiva: “A Te, Padre Eterno, tutta la terra rende gloria”. Cosi entrambi cantarono l’intero inno di gloria alla Santissima Trinita. Sant’ Ambrogio diceva il primo verso e Agostino cantava guello seguente. L’ultimo verso venne proclamato da Agostino: “In Te, o Signore, ho posto la mia speranza e mai dovro dolermene. Amen”. … da allora questo canto viena ripetuto in occasione di cerimonie solenni di ringraziamento.
Na de denitieve overwinning op de arianen, schreef de heilige Ambrosius een plechtige hymne van dankzegging: ‘Wij loven U, Heer.” Deze hymne wordt uitgevoerd tot op vandaag op elke plechtige ceremonie van dankzegging. Het was twee jaar later, toen alle gelovigen werden geassembleerd in Milaan om de doop van Sint-Augustinus te getuigen dat deze lofzang werd gezongen bij het doopsel en ze maakt sindsdien deel uit van het corpus van de kerkelijke gezangen. Een vroege, onbekende biograaf van Augustinus schreef: “Bij de gelegenheid van Augustinus’ bekering, prees de gezegende Ambrosius de Heilige Drie-eenheid met vrolijk gezang en moedigde Augustinus aan om zijn geloof te belijden voor God.” De Heer przijzend en dankend zei Ambrose: ‘Wij loven U, mijn Heer, wij belijden U, o Heer.’ Augustinus vervolgde: ‘U, Eeuwige Vader, over wie de hele wereld praat.’ Zo, in constante wisselwerking, zongen ze de hymne ter ere van de Heilige Drie-eenheid. Ambrose zong het eerste couplet, Augustinus het volgende. En Ambrose sloot het laatste vers als volgt: “In U, mijn Heer, heb ik mijn hoop gesteld, zodat ik eeuwig zal worden gered. Amen.” Deze hymne wordt uitgevoerd tot op vandaag op elke plechtige ceremonie van dankzegging.
Magnicat
Magnicat anima mea Dominum, et exsultavit spiritus meus in Deo salutari meo. Quia respexit humilitatem ancillae suae, ecce enim ex hoc beatam me dicent omnes generationes. Quia fecit mihi magna, qui potens est, et sanctum nomen eius, et misericordia eius a progenie in progenies timentibus eum. Fecit potentiamin brachio suo, dispersit superbos mente cordis sui. Deposuit potentes de sede, et exaltavit humiles. Esurientes implevit bonis, et divites dimisit inanes. Suscepit Israel, puerum suum, recordatus misericordiae suae, sicut locutus est ad patres nostros, Abraham et semini eius in saecula. Magnicat anima mea Dominum.
Mijn ziel prijst hoog de Heer en mijn geest heeft zich verheugd in God, mijn redder. Omdat Hij de nederigheid van Zijn dienstmaagd gezien heeft: want zie, van nu af aan zullen alle generaties mij zalig prijzen. Omdat Hij voor mij grote dingen heeft gedaan, Hij die machtig is en heilig is Zijn naam. En Zijn barmhartigheid gaat van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. Hij heeft macht uitgeoefend met Zijn arm, en hen uiteengeslagen die trots zijn in het denken van hun hart. Machtigen heeft Hij van de troon gestoten en bescheiden mensen verheven. Behoeftigen heeft Hij overladen met gunsten en de rijken met lege handen weggestuurd. Gesteund heeft Hij Israël, Zijn knecht, en Zijn barmhartigheid kenbaar gemaakt. Zoals Hij aan onze voorvaderen gezegd heeft, Abraham en Zijn nageslacht voor eeuwen. Mijn ziel prijst hoog de Heer.
Nunc dimittis
Nunc dimittis servum tuum, Domine, secundum verbum tuum in pace, quia viderunt oculi mei salutare tuum, quod parasti ante faciem omnium populorum, lumen ad revelationem gentium et gloriam plebis tuae Israel.
Nu laat Gij, Heer, Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord. Want mijn ogen hebben Uw heil gezien, dat Gij hebt bereid voor het aangezicht van alle volken: licht tot openbaring voor alle volkeren en roem voor Uw volk Israël.
Gloria Patri et Filio et Spiritui Sancto. Sicut erat in principio et nunc et semper, et in secula seculorum. Amen.
Eer aan de Vader en aan de Zoon en aan de Heilige Geest, nu en altijd en tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Kanon Pokajanen
Песнь 3
Ode III
Ирмос: Несть свят, якоже Ты, Господи
Eirmos: Er is niemand heilig gelijk Gij, o Heer mijn God, die hebt verheven de hoorn van Uw trouwe, o Goede, en die ons sterkte op de rots van Uw bekentenis.
Боже мой, вознесый рог верных Твоих, Блаже, и утвердивый нас на камени исповедания Твоего. Помилуй мя, Боже, помилуй мя.
Heb medelijden met mij, o God, heb medelijden met mij.
Внегда поставлени будут престоли на судищи страшнем, тогда всех человек дела обличатся; горе тамо будет грешным, в муку отсылаемым; и то ведущи, душе моя, покайся от злых дел твоих.
Wanneer de tronen zijn opgesteld op de gevreesde dag des oordeels, zullen de daden van alle mensen worden blootgelegd. Er zal verdriet zijn voor de zondaars die tot kwelling worden veroordeeld. Dat wetende, mijn ziel, heb dan berouw over uw slechte daden.
Помилуй мя, Боже, помилуй мя.
Heb medelijden met mij, o God, heb medelijden met mij.
Праведницы возрадуются, а грешнии восплачутся, тогда никтоже возможет помощи нам, но дела наша осудят нас; темже прежде конца покайся от злых дел твоих.
De deugdzamen zullen zich verheugen, maar de zondaars zullen wenen. Niemand zal in staat zijn om ons te helpen, maar onze daden zullen ons veroordelen. Daarom, voor het einde, heb berouw over uw kwade daden.
Слава Отцу и Сыну и Святому Духу.
Eer aan de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest.
Увы мне великогрешному, иже делы и мысльми осквернився, ни капли слез имею от жестосердия; ныне возникни от земли, душе моя, и покайся от злых дел твоих.
Wee mij, een groot zondaar, die zich bezoedelde door daden en gedachten. Ik heb geen traan meer over in mijn hardvochtig hart. Maar stijg nu op uit de aarde, mijn ziel, en heb berouw over uw kwade daden.
И ныне и присно и во веки веков. Аминь.
Zowel nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Богородичене: Се, взывает, Госпоже,
Zie, uw Zoon roept, o Vrouwe, en bestiert ons Сын Твой, и поучает нас на доброе, аз wat goed is, maar ik, een zondaar, vlucht altijd же грешный добра всегда бегаю; но Ты, voor het goede. Maar Gij, o barmhartige, heb Милостивая, помилуй мя, да покаюся от medelijden met mij, opdat ik mijn slechte daden злых моих дел. berouw. Господи помилуй. Господи помилуй. Господи помилуй.
Heer, ontferm U. Heer, ontferm U. Heer, ontferm U.
Седален: Помышляю день страшный и
Sedalen: Ik denk aan Uw verschrikkelijke dag en плачуся деяний моих лукавых: како huil omwille van mijn slechte daden. Hoe zal ik отвещаю Безсмертному Царю, или коим de onsterfelijke Koning antwoorden? Zal ik, дерзновением воззрю на Судию, een verloren zoon, de Rechter kunnen блудный аз? Благоутробный Отче, Сыне aankijken? O Gelieve Vader, o eniggeboren Единородный и Душе Святый, помилуй Zoon, en de Heilige Geest, ontferm U over mij. мя.
Слава Отцу и Сыну и Святому Духу и ныне и присно и во веки веков. Аминь.
Богородичене: Связан многими ныне
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Theotokion: Gekentend aan mijn vele zonden, пленицами грехов и содержимь лютыми en geremd door wrede hartstochten, страстьми и бедами, к Тебе прибегаю, vlucht ik tot u, mijn heil, en roep: моему спасению, и вопию: помози ми, o help mij, Maagd, Moeder van God. Дево, Мати Божия.
Песнь 6
Ode VI
Ирмос: Житейское море, воздвизаемое
Eirmos: Bij het aanschouwen van de zee des levens die wordt geteisterd door storm van verleiding, spoed ik mij naar Uw rustige haven, en aanroep U: Til mijn leven uit het verderf, o Hoogst-barmhartige.
зря напастей бурею, и тихому пристанищу Твоему притек, вопию Ти: возведи от тли живот мой, Многомилостиве. Помилуй мя, Боже, помилуй мя.
Heb medelijden met mij, o God, heb medelijden met mij.
Житие на земли блудно пожих и душу во тьму предах, ныне убо молю Тя, Милостивый Владыко: свободи мя от работы сея вражия, и даждь ми разум творити волю Твою.
Ik heb mijn leven op aarde doelloos geleefd en gaf mijn ziel over aan duisternis. Maar nu smeek ik U, o barmhartige Heer, bevrijd mij van dit werk van de vijand en geef me de kennis om Uw wil te doen.
Помилуй мя, Боже, помилуй мя.
Heb medelijden met mij, o God, heb medelijden met mij.
Кто творит таковая, якоже аз? Якоже бо свиния лежит в калу, тако и аз греху служу. Но Ты, Господи, исторгни мя от гнуса сего и даждь ми сердце творити заповеди Твоя.
Wie doet zulke dingen die ik doe? Als een zwijn liggend in de modder, dien ik de zonde. O Heer, trek me uit deze verdorvenheid en geef me het hart om Uw geboden te doen.
Слава Отцу и Сыну и Святому Духу и ныне и присно и во веки веков. Аминь.
Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Кондак
Kontakion: O mijn ziel, waarom zijt gij zo rijk aan zonden? Waarom gehoorzaamt gij de wil van de duivel? Waarop stelt gij uw hoop? Keer u af van deze dingen en richt u tot God
Душе моя, почто грехами богатееши, почто волю диаволю твориши, в чесом надежду полагаеши? Престани от сих и обратися к Богу с плачем, зовущи:
милосерде Господи, помилуй мя грешнаго.
met geween, en aanroep Hem: O goedhartige Heer, ontferm U over mij, zondaar.
Икос
Ekos: Помысли, душе моя, горький час смерти Denk, mijn ziel, aan het bittere uur van de dood и страшный суд Творца твоего и Бога: en de dag des oordeels van uw God en Schepper. Ангели бо грознии поймут тя, душе, и в Verschrikkelijke engelen zullen u grijpen, mijn ziel, вечный огнь введут: убо прежде смерти en u wegleiden naar het eeuwige vuur. En dus, покайся, вопиющи: Господи, помилуй voor uw dood, bekeer u en roep: O Heer, ontferm U мя грешнаго. over mij, zondaar. Песнь 9
Ode IX
Ирмос: Бога человеком невозможно видети, на Негоже не смеют чини Ангельстии взирати; Тобою же, Всечистая, явися человеком Слово Воплощенно, Егоже величающе, с небесными вои Тя ублажаем.
Eirmos: Voor mensen is het niet mogelijk God te aanschouwen, op wie de engelenscharen hun blik niet durven werpen, maar door U, o Zuivere, is het mensgeworden Woord aan ons verschenen; met de hemelse heerscharen prijzen wij U.
Помилуй мя, Боже, помилуй мя.
Heb medelijden met mij, o God, heb medelijden met mij.
Ныне к вам прибегаю, Ангели, Архангели и вся небесныя силы, у Престола Божия стоящии, молитеся ко Творцу своему, да избавит душу мою от муки вечныя.
Ik neem nu mijn toevlucht tot u, gij engelen, aartsengelen, en al de hemelse krachten, die staan op de troon van God: bid tot uw Schepper, opdat Hij mijn ziel redde van de eeuwige kwelling.
Помилуй мя, Боже, помилуй мя.
Heb medelijden met mij, o God, heb medelijden met mij.
Ныне плачуся к вам, святии патриарси, царие и пророцы, апостоли и святителие и вси избраннии Христовы: помозите ми на суде, да спасет душу мою от силы вражия.
Nu wend ik mij in tranen tot u, heilige aartsvaders, koningen en profeten, apostelen en heiligen hiërarchen, en al de uitverkorenen van Christus: Help me bij het oordeel, opdat Hij mijn ziel redde uit de macht van de vijand.
Слава Отцу и Сыну и Святому Духу.
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Ныне к вам воздежу руце, святии мученицы, пустынницы, девственницы, праведницы и вси святии, молящиися ко Господу за весь мир, да помилует мя в час смерти моея.
Ik til nu mijn handen naar u op, heilige martelaren, kluizenaars, maagden, rechtvaardigen en alle heiligen, die bidden tot de Heer voor de hele wereld, opdat Hij medelijden met mij hebbe in het uur van mijn dood.
И ныне и присно и во веки веков. Аминь.
Nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Богородичене: Мати Божия, помози ми, на Тя сильне надеющемуся, умоли Сына Своего, да поставит мя недостойнаго одесную Себе, егда сядет судяй живых и мертвых. Аминь.
Theotokion: O Moeder van God, help mij die sterke hoop op U, smeek uw Zoon, opdat Hij mij plaatst aan Zijn rechterhand, onwaardig als ik ben, als hij zit aan de levenden en de doden te oordelen. Amen.
Молитва
Gebed
Владыко Христе Боже, Иже страстьми своими страсти моя исцеливый и язвами своими язвы моя уврачевавый, даруй мне, много Тебе прегрешившему, слезы умиления; страствори моему телу от обоняния Животворящаго Тела Твоего, и наслади душу мою Твоею Честною Кровию от горести, еюже мя сопротивник напои; возвыси мой ум к Тебе, долу поникший, и возведи от пропасти погибели: яко не имам покаяния, не имам умиления, не имам слезы утешительныя, возводящия чада ко своему наследию. Омрачихся умом в житейских страстех, не могу воззрети к Тебе в болезни, не могу согретися
O Heer Christus, onze God, die mijn passionele lusten heeft genezen door Uw passie, en mijn wonden heeft genezen door Uw wonden, schenk mij, die zeer tegen U heeft gezondigd, tranen van berouw. Transformeer mijn lichaam met de geur van Uw levengevende lichaam, en zoet met Uw kostbare bloed mijn ziel, die door bitterheid was gevoed door het kwade. Hef mijn teneergeslagen geest naar U, en red het uit de afgrond des verderfs, want ik heb niet het berouw, de scrupules of troostende tranen, die kinderen verheft tot hun hemelse erfenis. Mijn geest heeft zich verduisterd door aardse passies, ik kan U niet aankijken in mijn zwakheid. Ik kan me niet warmen aan tranen van liefde voor U.
слезами, яже к Тебе любве. Но, Владыко Господи Иисусе Христе, сокровище благих, даруй мне покаяние всецелое и сердце люботрудное во взыскание Твое, даруй мне благодать Твою и обнови во мне зраки Твоего образа. Оставих Тя, не остави мене; изыди на взыскание мое, возведи к пажити Твоей и сопричти мя овцам избраннаго Твоего стада, воспитай мя с ними от злака Божественных Твоих Таинств, молитвами Пречистыя Твоея Матере и всех святых Твоих. Аминь.
Maar, o soevereine Heer Jezus Christus, bewaarder van het goede, schenk me boetvaardigheid en een hunkerend hart dat U wil terugvinden. Schenk mij Uw genade, en vernieuw in mij de gelijkenis van Uw beeld. Ik heb U verlaten maar verlaat Gij mij niet! Kom mij zoeken en leid mij tot Uw weidegronden en voeg mij bij de schapen van Uw gekozen kudde. Voed mij met hen op het gras van Uw heilige mysteriën, door de voorbeden van Uw meest zuivere Moeder en al Uw heiligen. Amen. vertaling: Brigitte Hermans, Robin Steins
ZO 24/02/13 10.00 ontbijt
10.30 flm Cinema Zuid
24 preludes to a fugue Dorian Supin, regie
i.s.m. Cinema Zuid
Wie Arvo Pärt over zijn muziek hoort praten, verwerft niet alleen nieuwe inzichten in zijn composities, maar leert ook heel wat over de doorvoelde werkwijze van de componist. In 24 preludes for a fugue vloeien Pärts muziek en zijn dagelijkse leven voortdurend in elkaar over. Dorian Supin volgde de man vijf jaar lang en verzamelde interviews, beelden van repetities, premières en seminaries. De stijl van deze documentaire is helemaal geënt op die van de componist en evolueert fragmentarisch en langzaam. Pärt is charismatisch en inspirerend wanneer hij praat over zijn kenmerkende drieklanken die “zo’n hartverscheurende eenheid vormen, dat de ziel ze eeuwig zou willen zingen.” Wie PÄRTin PRIMETIME ten volle wil beleven, tekent present voor dit uitvoerige lmportret.
Met dank aan de ambassade van Estland
ZO 24/02/13
15.00 Concert AMUZ
HERMESensemble Romain Bischoff , bariton | Karin De Fleyt, uit | Peter Merckx, basklarinet | Tamas Sandor , viool | Orsolya Horvàth, viool | Marc Tooten , altviool | Stijn Saveniers , cello | Gaetan La Mela , percussie | Geert Callaert , piano
Arvo Pärt (°1935) Estlander
voor fluit solo Fratres
voor cello en piano Scala Cromatica
voor viool, cello en piano Für Alina
voor piano solo Da pacem Domine
voor strijkkwartet Passacaglia
voor viool en piano Spiegel im Spiegel
voor basklarinet en piano Summa
voor strijkkwartet Partita, opus 2
voor piano solo Fratres
voor kwartet & percussie Wallahrtslied
voor tenor of bariton en strijkkwartet
Wallfahrtslied
Ich hebe meine Augen auf zu den Bergen. Woher kommt mir Hilfe? Meine Hilfe kommt vom Herrn, der Himmel und Erde gemacht hat. Er wird deinen Fuß nicht gleiten lassen, und der dich behütet, schläft nicht. Siehe, der Hüter Israels schläft und schlummert nicht. Der Herr behütet dich; der Herr ist dein Schatten über deiner rechten Hand, daß dich des Tages die Sonne nicht steche noch der mond des Nachts. Der Herr behüte dich vor allem Übel, er behüte deine Seele. Der Herr behüte deinen Ausgang und Eingang von nun an bis in Ewigkeit!
Ik richt mijn ogen op naar de bergen. Waar zal mijn hulp vandaan komen? Mijn hulp komt van de Heer, die hemel en aarde heeft gemaakt. Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, Hij die behoedt, zal niet slapen. Zie, de Bewaarder van Israël slaapt, noch sluimert. De Heer is uw Bewaarder, de Heer is de schaduw aan uw rechterhand. De zon zal u niet deren bij dag, noch de maan ‘s nachts. De Heer zal u behoeden van alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. De Heer zal waken over uw komen en gaan, nu en tot in eeuwigheid. vertaling: Robin Steins
Olivier Berten Na zijn communicatie- en multimediastudies, studeerde Olivier Berten zang aan het conservatorium van Brussel o.a. bij Marcel Vanaud en Greta De Reyghere en vervolmaakte zich aan de conservatoria van Amsterdam en Metz. Tijdens het seizoen 2004-2005 maakte hij deel uit van de Operastudio Vlaanderen. Hij werkt geregeld met het Chœur de Chambre de Namur. Berten maakte zijn debuut aan de Koninklijke Muntschouwburg in december 2007 in Werther van Massenet onder leiding van Kazushi Ono. In het voorjaar van 2008 zong hij de hoofdrol in Villa Vivaldi van Wouter van Looy en Jan Van Outryve.
Els Crommen Sopraan Els Crommen studeerde aan het conservatorium van Luik bij Raymonde Serverius en José Van Dam. Ze maakte meer dan tien jaar deel uit van het Vlaams Radio Koor. Els Crommen zingt zowel barokals hedendaagse muziek. Ze werd laureaat van de Erna Spoorenberg Wedstrijd in Nederland. Als soliste was ze al te horen met ensembles en orkesten als Les Muffatti, Oxalys, Il Fondamento en het Orchestre Philharmonic de Liège. In recitals liet ze zich begeleiden door pianisten Inge Spinette, Daniel Blumenthal en Boris Vodenicharov. Els Crommen is lerares aan de muziekacademies van Malmédy en Hasselt. Ze dirigeert eveneens drie koren: vocaal ensemble Alba Nova en jongerenkoor Da Capo in Malmedy en de Zanggroep Aveland in Hoeselt.
Peter de Laurentiis Peter de Laurentiis is geboren in Genova (Italië) uit een Napolitaanse vader en een Schotse moeder. Hij studeerde aanvankelijk viool aan het conservatorium van Genova en later musicologie aan de universiteiten van Cremona, Oxford en Tours. Als zanger gaat zijn voorkeur uit naar barok- en renaissancemuziek. Hij zingt in groepen als Favoriti della Fenice, Ensemble Faenza, CantoLX, Cappella Pratensis en Ensemble Musica Universalis. Als solist zong hij in Orfeo van Monteverdi met La Fenice, Il Combattimento di Tancredi e Clorinda met L’Aura Soave. Hij speelde Monsieur de Pourceaugnac van Molière met de Compagnie Sandrine Anglade.
Ests Filharmonisch Kamerkoor Het Ests Filharmonisch Kamerkoor werd in 1981 opgericht door Tõnu Kaljuste, die het koor gedurende twintig jaar leidde. In 2001 werd hij opgevolgd door Paul Hillier en sinds 2008 staat Daniel Reuss aan het hoofd als dirigent en artistiek leider. Het repertoire van het ensemble omspant vocale werken van het gregoriaans tot hedendaagse composities, waarbij met name Estse componisten zoals Pärt, Tormis, Tüür, Grigoryeva, Tulev, Kõrvits, Tulve een belangrijke plaats innemen. Talrijke orkesten en dirigenten, zoals het Mahler Chamber Orchestra, het London Symphony Orchestra, Concerto Copenhagen, Concerto Palatino, Les Musiciens du Louvre-Grenoble Claudio Abbado, Iván Fischer, Neeme Järvi, Paavo Järvi, Andrew Lawrence-King, Sir Colin Davis, werkten met het koor samen. Het koor was dan ook te gast in de meest prestigieuze concertzalen en op gerenommeerde festivals. Het Ests Filharmonisch Kamerkoor nam heel wat cd’s op, waarvan meerdere in de prijzen vielen, zoals hun Pärt-cd Da Pacem .
Goeyaerts Strijktrio Het Goeyvaerts Strijktrio bestaat sinds 1997 en concentreert zich uitsluitend op het 20ste- en 21steeeuwse repertoire. Violiste Kristien Roels, altviolist Kris Matthynssens en cellist Pieter Stas bouwen concertprogramma’s op uit het omvangrijke en indrukwekkende repertoire voor strijktrio; ze geven ook compositieopdrachten voor nieuwe strijktrio’s. Hun eerste album brachten ze uit bij Pavane Records met werk van Joseph Jongen, Eugène Ysaÿe en Louis De Meester. Deze cd werd tot in Japan toe enthousiast onthaald. Ook het tweede album String Trios met composities van Arnold Schönberg, Anton Webern en Alfred Schnittke, dat begin 2010 werd uitgebracht, werd overladen met superlatieven en was genomineerd voor de Klara Award van beste Vlaamse cdproductie van 2010. Dit jaar staat de opname van het Stabat mater van Arvo Pärt en Simeron van Ivan Moody op het programma.
Barnabás Hegyi Barnabás Hegyi studeerde directie, zang, kerkmuziek, compositie en orgel in Budapest. Hij studeerde van 2007 tot 2011 aan het conservatorium van Den Haag het hoofdvak Oude Muziek-Zang bij Michael Chance,
Rita Dams, Jill Feldmann en Peter Kooij. Momenteel studeert hij nog oude muziek-Zang aan de Fontys Hogeschool in Tilburg. Hij won prijzen op verschillende zangconcoursen. Barnabas is als zanger verbonden aan het Nederlands Kamerkoor, De Nederlandse Bach Vereniging, Vox Luminis, Early Music Soloist Ensemble, Huelgas Ensemble en Ensemble Pygmalion.
HERMESensemble HERMESensemble is een Antwerps collectief voor hedendaagse muziek en kunst. Het repertoire en de uitvoeringspraktijk van de klassieke avant-garde vormen steeds het startpunt van de producties, maar het ensemble streeft er bewust naar zijn artistieke grenzen te verleggen; enerzijds zoekt het confrontaties op met oude muziek, pop- en wereldmuziek, anderzijds onderzoekt het synergieën met andere disciplines zoals (muziek)theater, beeldende kunsten, video, lm en multimedia. De producties presenteren muziek van onder meer John Cage, Salvatore Sciarrino, Kaija Saariaho, Morton Feldman, Ivan Fedele, de Belgen Luc Brewaeys, Frederic D’haene en Wim Henderickx en jong talent als Thomas Smetryns, Hanne Deneire, Jelle Tassyns, Bram Van Camp en Annelies Van Parys. HERMESensemble was tot 2012 ensemble in residentie van AMUZ en wordt ondersteund door de Vlaamse Gemeenschap.
Bart Jacobs Bart Jacobs studeerde orgel en klavecimbel aan het Lemmensinstituut te Leuven bij Reitze Smits en Kris Verhelst Hij behaalde er in 2000 het meestergraaddiploma orgel bij Reitze Smits met de grootste onderscheiding. In 2002 ontving hij het gelijkaardige diploma voor klavecimbel bij Kris Verhelst en het einddiploma specialisatie orgel met grote onderscheiding. Hij volgde verscheidene meestercursussen bij o.a. Martin Haselböck, Hans Van Nieuwkoop en Jos van Immerseel. Bart Jacobs won prijzen op verschillende internationale orgelwedstrijden. Hij is sinds 2000 organist van het kathedraalkoor Capella Ss. Michaelis et Gudulae o.l.v. Kurt Bikkembergs. Hiermee verwezenlijkte hij tal van opnamen met muziek voor koor en orgel uit de Vlaamse romantiek, waaronder het complete orgelwerk van August De Boeck en Lodewijk De Vocht. In 2012 werd hij, samen met Xavier Deprez, benoemd tot organisttitularis van de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal te Brussel.
Als organist/klavecinist verleende hij zijn medewerking aan verscheidene ensembles zoals Les Muffatti, Currende, Zero Torna, Encantar, La Caccia Consort, Solstice, Collegium Instrumentale Brugense en het Flanders Recorder Quartet. Als docent orgel en klavecimbel is hij werkzaam aan de muziekacademies van Bornem, Mechelen en Sint-Agatha-Berchem.
Gaetan La Mela Gaetan La Mela studeerde slagwerk en kamermuziek aan het Leuvense Lemmensinstituut. Hij volgde masterclasses bij Rainer Seegers en Franz Schindlebeck. Gaetan La Mela is laureaat van diverse concours, zoals de Wedstrijd van de Link-Stichting (Tilburg) en de eerste internationale wedstrijd voor HaFaBrasolisten in Amsterdam. Ook ontving hij de Alcatel Encouragement Award. Gaetan La Mela behoort tot de vaste kern van musici van HERMESensemble en hij is lid van Belgian Brass. Als freelancepercussionist musiceert hij met diverse orkesten, zoals het orkest van de Vlaamse Opera, het Vlaams Symfonieorkest, het orkest van de Koninklijke Muntschouwburg en het Brussels Philharmonic. Als solist realiseerde hij in 2005 een liveopname van het Concertino for xylophone and orchestra van de Japanse componist Toshiro Mayuzumi. In 2006 werkte hij als solist mee aan de Belgische creatie van Anarca , een compositie van de Italiaanse componist Georgio Battistelli voor slagwerk, uit en groot symfonisch orkest.
Daniel Reuss Daniel Reuss studeerde koordirectie aan het conservatorium van Rotterdam. Op zijn 21ste richtte hij het Oude Muziek Koor Arnhem op. In 1990 werd Daniel Reuss artistiek leider van Cappella Amsterdam. Het ensemble heeft zich afgelopen jaren onder zijn artistieke leiding zowel in oude muziek als in het moderne en hedendaagse repertoire een prominente positie verworven in Nederland. Van 2003 tot 2006 was hij chef-dirigent van het RIAS Kammerchor in Berlijn. Met dit koor maakte hij een aantal succesvolle en gelauwerde cd’s, met muziek van o.a. Frank Martin, Olivier Messiaen en Igor Stravinsky. Sinds 2008 combineert Daniel Reuss zijn werkzaamheden als artistiek leider van Cappella Amsterdam met het chef-dirigentschap van het Ests Filharmonisch Kamerkoor.
View more...
Comments